woensdag 21 augustus 2013

Visker in Nieuweschans

Klaas Visker, de compagnon van Jan Kruijer en later zijn mededeelnemer in de OostGroninger Bouw Onderneming, blijkt in Nieuweschans te hebben gewoond aan de Voorstraat. Het verhaal gaat dat hij ook aan de Weverstraat heeft gewoond.

Het eerste verhaal werd bevestigd door een van de leden van de Stichting Vrienden van de Nieuwe Schans. Het tweede verhaal is daar niet bekend. Daarover zouden de bevolkingsregisters duidelijkheid kunnen bieden. Hier alvast een foto van de Voorstraat.

dinsdag 28 mei 2013

Bakstenen

Tijdens een lezing voor de Rotary van Pekela vertelde ik dat Kruijer en Visker hun stenen kochten van de steenfabriek van Strating in Pekela. Omdat ze een aantal huizen bouwden met donkere steen op de benedenverdieping en gele steen daar boven, hadden we als schrijvers gedacht dat ze de stenen in grote hoeveelheden op bestelling hadden laten maken.

Een van de aanwezigen, iemand die jaren in de bouwindustrie werkt, vertelde me dat het onwaarschijnlijk is dat de lichte steen, die Kruijer en Visker veel gebruikten, bij Strating is gemaakt. Het zijn zogenaamde vormbakstenen, stenen die worden voorbereid in een mal. Dat procede maakt de steen wat afgerond aan de randen. De stenen bij Strating werden op een andere manier gemaakt. Dit heet strengperssteen. De klei wordt in een soort worst gerold en daarna precies in de vorm van de steen gesneden. Dit geeft een baksteen met scherpe hoeken. Meer informatie hierover staat op wikipedia.

Het is natuurlijk mogelijk dat Strating als tussenpersoon handelde voor de gele bakstenen. Helaas is dat niet meer na te gaan. De voormalig eigenaar van de fabriek kon zich Kruijer nog wel herinneren, maar had geen registratie van wat er aan hem verkocht is. Het zal dus een vraag blijven waar de gele stenen vandaan kwamen. Naar alle waarschijnlijkheid kwamen ze dus niet van Strating zelf.




vrijdag 8 maart 2013

De school in Pekela

Onlangs gaf ik een lezing in de bibliotheek van Veendam over Jan Kruijer. De tentoonstelling staat nu in deze bibliotheek en dat was een mooie aanleiding om het verhaal van Kruijer nog eens te vertellen. De bewoner van de voormalige katholieke school was aanwezig in het publiek. Hij vertelde een paar mooie verhalen. Toen hij de school kocht, had er een judoschool in gezeten. Alle mooie, helder blauwe en gele wandtegels, die nu gelukkig weer te zien zijn, waren verstopt achter de schrootjes uit de jaren zeventig.

De voordeur
De prachtige voordeur die we op de foto zien, was niet bedoeld voor leerlingen. Voor hen was er een zijdeur. De voordeur was alleen bedoeld voor de pastoor en voor Sinterklaas. Iemand uit het publiek vroeg of ouders misschien wel door de deur mochten, maar nee, ook zij mochten niet door dezelfde deur als de geestelijkheid, echt of verkleed. 

Het lint
De school staat een beetje naar achter in de lintbebouwing. Dat wijkt af van de normale bebouwing. Daar was een goede reden voor. Niet veel verder in het lint staat de kerk. De kerk en de school moesten bij elkaar in de buurt staan: de kinderen moesten naar de mis kunnen. Voor een school van deze omvang was er geen plaats meer in het lint, dus moest de school een stukje  naar achter. Een katholieke boer die daar land had, wilde wel een stukje verkopen aan de kerk. En zo is het gekomen.

De bovenmeester
Boven de voordeur was de kamer van de bovenmeester. Hij had een paar raampjes aan de zijkant van het gebouw: precies op de goede plek om het schoolplein in de gaten te houden.

Gevelkunst
Midden op de gevel is een prachtig beeld te zien van St. Bonufatius. Dit beeld is door de katholieke kerk betaald, net als het kruis dat boven aan de dakrand is bevestigd. De gemeente wilde wel een school bouwen (moest dat ook, na de gewonnen schoolstrijd) maar geen religieuze beelden. Daarom besloot de kerk zelf te zorgen dat heel duidelijk werd dat dit niet zomaar een gebouw was.

De school is altijd klein gebleven, nooit meer dan twee klassen met kinderen. Zoveel katholieken waren er blijkbaar niet in de buurt.

maandag 17 december 2012

Verhalen op de historische markt

Zaterdag zat ik op historische markt van de Dag van de Westerwoldse geschiedenis. De gemeente Vlagtwedde vierde het 200-jarig bestaan met deze dag. Een van de boeken in mijn kraampje was Beleefd aanbevelend. Naar aanleiding van dat boek raakte ik regelmatig even in gesprek. Een aantal mensen kende de huizen en wist er ook nog het een en ander over te vertellen.

Een van de bezoeksters had op kamers gewoond aan het Schonfeldplein 12 in Winschoten. Zij werkte toen als adjunct-directeur van het kindertehuis Zonnegloren. De eigenaresse van het huis, de weduwe Kremer - Roelofs, was een goed opgeleide vrouw. Zij had nog twee andere dames in huis op, een huishoudkundige van Molenhorn en een docente aan de huishoudschool. Meer wilde ze niet vertellen. Wie weet zou de familie van mevrouw Kremer het niet leuk vinden.

In het huis dat ook wel de koekkoeksklok wordt genoemd en hier al eerder aandacht kreeg, woonde vroeger de postbode van Nieuwe Pekela. Zijn naam was Jan Mik. Hij was geboren als zoon van een turfschipper. Voor Jan woonde Kees Bakker in het huis. Hij was een vrijgezelle boer.

Een makelaar-met-pensioen vertelde dat hij het Groene Kruisgebouw in Oude Pekela in het verleden had verkocht. Het pand was in die tijd in handen van Thuiszorg Veendam. De nieuwe koper is geen onbekende: De heer Bouwman van de koekjesfabriek in Wedde. Aan de achterzijde was toen een groot nieuw stuk, dat werd gebruikt als vergaderzalen. De bovenverdieping was de woning van de direkteur geweest. Daar waren alle oude elementen nog in tact.

Verder waren er drie huizen gebouwd in opdracht van een man. Hij woonde zelf aan de Oldenburgerstraat E 148. Voor zijn zoon liet hij een boerderij bouwen aan de Tjadenstraat C 116 en voor zijn dochter Grietje het huis in Wedderveer. A. Tiktak was een liefhebber van degelijke bouw. Dat was een reden om naar Kruijer te gaan.

vrijdag 16 november 2012

Schortinghuisstraat

Glas in lood naast de voordeur

Mevrouw Kamminga mailde over haar jeugd in het huis aan de Schortinghuisstraat 5. Het geeft een beeld van Jan Kruijer als huurbaas en van het interieur van het huis. 

Mijn ouders huurden de woning van december 1950 tot 1979 van de heer Kruijer. Er was regelmatig lekkage en dan moest Kruijer gebeld worden. De slaapkamer van mijn ouders was donkergrijs geverfd. Ik vond de kleur heel normaal. Maar later hoorde ik dat het de grondverf was. Dus nooit een goed verfje aangebracht. Dat werd dus door alle huurders geaccepteerd.

Regelmatig zaten mijn ouders in angst als Kruijer langs zou komen. Want dat betekende huurverhoging!

Er is een jaar geweest dat mijn ouders het huis konden kopen. Mijn vader durfde nooit risico's te nemen. Dus ging het niet door.  Heel jammer dat hij dat toen niet gedaan heeft.Het jaar weet ik niet meer. De koopsom was geloof niet eens zo heel hoog.

Het huis had een badkamer, naast de ouderslaapkamer.Daar heeft mijn vader een kantoortje van gemaakt. Op de slaapkamer van mijn ouders was dus geen wastafel. Wel op alle andere slaapkamers.

Op de zolder hingen ijzeren draden voor het wasgoed. Als je de draden heen en weer deed,kwam er voor mij als kind een geluid als onweer. De zolder was prachtig. Een hele gladde vloer. En mooie balken. Bij de zolder was een klein kamertje, een dienstbodenkamertje, ook met een wastafeltje.

De wc was heel modern. De doorspoeling was met een drukker aan de wand. Al mijn vriendinnen waren onder de indruk. Er zat een houten bril op de wc-pot En langs de wand prachtige tegeltjes. In de voorkamer was een prachtige marmeren schouw. In de bijkeuken zat in de muur een opening. Hier konden de kolen uitgeschept worden. De garage was groot. In de zomer ,als het heel heet was zaten we daar te eten, lekker koel en de garagedeuren open.Er was een enorm plat dak. Daar werden de kleden  en dekens uitgeklopt. 

Het huis had ook een prachtige kelder. Bovenin een ruimte voor flessen en dan een grote loopruimte en een grote aardappelbak. Er stonden rekken langs de kant voor de weck. In de kelder zat ook het kraantje voor de waterleiding. In de winter werd het afgesloten voor boven. We moesten ons dan beneden wassen. Op elke slaapkamer was een wastafel. Op de slaapkamer van mijn ouders was ook weer een mooie schouw. Maar ik weet alleen van een straalkachel op die plek.

De achterkamer had ook een schouw, alleen die was niet zo mooi als in de voorkamer. De kachel ging in de zomer naar boven. In de achterkamer was ook een luikje naar de keuken. Prachtig. De keuken had een granieten  aanrecht in een L-vorm. Een ingebouwde kast en een kast boven het aanrecht. .

De bijkeuken had ook een buitendeur waar door de week de groenteboer en de melkboer langs kwamen. Als ze de deur open deden ging er een bel. Deze bel is voor mij altijd heel belangrijk geweest, in ieder geval het geluid.  De bel hangt nu bij mij in mijn huis. Als ik er aan tingel, komen herinneringen weer boven.

In het trappenhuis was een mooi glas in lood raam. Als het hard waaide rammelden de ramen. Het geluid kan ik nog oproepen. Vreselijk dat ze er later zijn uitgehaald door de volgende bewoners

De familie Visker, die dus naast ons woonde, kwam altijd met de verjaardagen van mijn ouders op bezoek, net als de achterburen. Mevrouw Visker heeft mij een keertje een schilderijte gegeven van Jan Steen. Ik heb het nog steeds. Het is een heel eenvoudig lijstje, maar voor mij heel waardevol. Deze mevr Visker noemde ik Tante Visker en zij vertelde mij dat ik tegen grote mensen u moest zeggen.

Ik weet nog dat mijn ouders vertelden dat meneer Visker op dinsdag ging kegelen bij Hotel Vrijheid. Zijn zoon kwam een keer op een zaterdagavond,ik denk dat ik 6 was ,1957, om foto's te maken. Hij stond ineens op de stoep. Foto's binnenshuis werden toen nog bijna niet gemaakt door particulieren. Hij had een groot toestel bij zich en een enorme lamp er bovenop. Ik werd speciaal uit bed gehaald.

Als de foto's gevonden zijn, zetten we die op deze blog.


Met hartelijke dank aan mevrouw Kamminga

woensdag 31 oktober 2012

Mensen op de foto

In het boek Beleefd aanbevelend staat een foto van Jan Kruijer op een werkplaats. Het lijkt er op dat hij een grote schuur aan het bouwen is. Vier mensen op de foto zijn inmiddels herkend door een vrijwilligster van het Cultuurhistorisch Centrum Oldambt.

In de rij van staande mensen, nummer 2 t/m 5 van rechts, staan waarschijnlijk de opdrachtgevers voor het gebouw. De man met de hoed is Ko de Lange, naast hem staat zijn vrouw, Fennie. Schuin voor haar staat Swier Smit met zijn vrouw Jantje Smit - de Lange. De man uiterst rechts is aannemer Willem Penning uit Zuidwending. Het jongetje op de trap met de alpinopet is Evert Smit, de zoon van Swier en Jantje. Rechts op de trap staat de architect Kruijer. De overige personen op de foto zullen de bouwvakkers zijn, gezien hun kleding.

De familie de Lange had een boerderij in Zuidwending, die in 1959 afbrandde. Er  was wel een brandmuur in het pand, maar toch is het vuur overgeslagen van de schuur naar het voorhuis. Alleen het fundament bleef over. Om de schuur te vervangen, kocht de familie een boerderij op die voor de uitbreiding van Schiphol moesten verdwijnen. Voor de schuur betaalden ze 10.000 gulden en de balken werden op diepladers naar Groningen vervoerd en Kruijer begeleidde de opbouw van de schuur. Deze foto is genomen in 1960 toen de opbouw van de schuur begon. Kruijer ontwierp op de fundamenten van de afgebrande woning een nieuw voorhuis. Het adres is Zuidwending 30

Aanvulling op 18 september 2013
De zoon en dochter van aannemer Willem Jan Penning te Zuidwending hebben de volgende mooie aanvulling:

V.l.n.r: Wiecher Timmer, Guus Wiecher Penning, Aaldrik Meuken, Jurjen Prins, Geerto Ridderbos, Willem Jan Penning de aannemer, Chris Prummel, Berend Penning, Appie Klok, Jurjen Pomp, Jantje Smit-De Lange,  v.b.n.beneden: op de ladder Evert Smit, Jan Bellinga, Dick ter Harkel, Swier Smit de opdrachtgever, dan weer v.l.n.r.: Jan Kleinhuis, Fennie De Lange-Mulder, Rienko De Lange, Jaap Kruijer en hogerop: Jan Kruijer, de architect.

Zittend: Naam onbekend, maar werkzaam als kraanmachinist van de Firma Blaauw te Winschoten, in het midden Oltman Hoepman, en rechts Kees Jager.

Ze schrijven: Wiecher Timmer was mijn stiefopa. Willem Jan Penning mijn vader. Mijn beide broers Berend en Guus staan er op.  Alsmede diverse medewerkers van mijn vader. De opdrachtgever is de heer Swier Smit, zowel zijn echtgenote Jantje Smit-De Lange als zijn ouders Rienko de Lange en Fennie De Lange-Mulder staan op de foto. 





donderdag 18 oktober 2012

De koekkoeksklok

Een van de huizen die Kruijer bouwde in Pekela heeft als bijnaam de koekkoeksklok. Het is een huis met een bijzondere voorgevel. Veel wit en een versiering die wat op schubben lijkt. De naam koekkoeksklok komt waarschijnlijk van de twee raampjes op de eerste verdieping. Toch klopt het niet helemaal. Een klok heeft één luikje, niet twee. De naam weerhuisje is misschien beter: als er slecht weer verwacht wordt komt uit zo'n huisje een mannetje naar buiten, als het mooi weer wordt een vrouwtje. Ze hebben allebei hun eigen deurtje. Dat zou goed kunnen op de bovenverdieping. Niet dat het iets uitmaakt. Bijnamen ontstaan gewoon.  Iemand begint ermee en kennelijk voelen anderen dat het past.


De prachtige geveldetails
A. Reijndersstraat 102